Bericht van Gert De Nutte

Beste vrienden van de Verklaring

Als kritisch rationalist hecht ik vanzelfsprekend weinig geloof aan de voorbestemdheid van het toeval, maar enkele dagen geleden kreeg ik ongetwijfeld geheel toevallig maar misschien niet geheel betekenisloos een promotiemailtje in mijn digitale brievenbus met de aankondiging van een nieuw boek onder redactie van Dirk Holemans, de u ongetwijfeld welbekende coördinator van de denktank Oikos. Ik lees die promotekst even aan u voor, en ik citeer: ‘Van toenemende ongelijkheid tot een economie zonder veerkracht, van hete zomers zonder regen tot het in elkaar storten van de biodiversiteit: onze vertrouwde wereld staat op losse schroeven. Er is nood aan een nieuw hoopvol perspectief. Het gaat over zich verbonden weten met elkaar en de natuur, zich solidair voelen met alle aardbewoners en de toekomstige generaties. Over het streven naar levenskwaliteit in plaats van steeds meer en altijd sneller. Het ecologisch kompas [dat is de titel van het nieuwe boek] probeert in deze turbulente tijden een kader te bieden voor de toekomst, de richting aan te wijzen waarin we niet alleen catastrofes vermijden maar bovenal een nieuwe invulling geven aan wat het goede leven voor iedereen kan betekenen.’ Dit klinkt u als ondertekenaar van de Verklaring van 30 november 2019 wellicht enigszins vertrouwd in de oren. Wat hier wordt gezegd dekt uiteraard niet de inhoud van de Verklaring (want die heeft immers de spanwijdte van de grote albatros), maar illustreert wel dat de kritische gedachten die vorm kregen in de Verklaring allesbehalve een geïsoleerd gegeven zijn.

En dit is ook maar één (toevallig dus) voorbeeld, want voor hetzelfde geld kan ik wellicht citeren uit tientallen andere publicaties die met gelijkaardige analyses en voorstellen het al dan niet geïnteresseerde publiek proberen te informeren en aanzetten tot reflectie en actie. Omdat hij hier vandaag toevallig (of ook niet) eveneens aanwezig is, citeer ik als tweede voorbeeld ook graag uit de flaptekst van het boek Schoon protest? Want er is wel een alternatief van Rik Pinxten (een publicatie uit 2014 al, de tijd vliedt): ‘Het neoliberalisme [zo haalt Rik meteen het grote geschut boven, want ik vermoed dat hij zijn flaptekst wel zelf geschreven heeft] is een vampierenideologie: de 1% heeft steeds meer bloed nodig en zuigt de levenskrachten van de 99% uit. De 1% zal ook de aarde vernietigen om excessief te kunnen blijven consumeren. Politiek kan deze ideologie uitsluitend leven door conflict en ongelijkheid voor te stellen als onvermijdelijk (TINA, There Is No Alternative), terwijl dat een leugen is. In Schoon protest roept Rik Pinxten op om macht terug te nemen. Dat kan door belangrijke sectoren aan de marktmechanismen te onttrekken: opvoeding, cultuur, gezondheidszorg en ouderenzorg, deels ook voedsel. Want als we de markt terugdringen, wordt gedeeld welzijn en (misschien ook) geluk mogelijk voor meer mensen. Een warm pleidooi voor verzet in de geest van zijn mentors wijlen Jaap Kruithof en Leo Apostel. Voor de noodzaak ethisch, esthetisch en politiek te denken en te kiezen. Voor het schone, het goede en het medemenselijke denken en doen. Of wil u straks wakker worden in een mieren- of een wolvenmaatschappij?’ Ook dit fragment, beste ondertekenaars, zal u vertrouwd in de oren klinken. 2

Maar waarom deze kortstondige aandacht voor andere publicaties terwijl het hier toch over onze nog naar drukinkt ruikende nagelnieuwe Verklaring, uitgewerkt tot een essay met ‘krijtlijnen voor een leefbare wereld’ gaat? Welnu, om duidelijk te maken dat de gedachten uitgekristalliseerd in deze Verklaring en in het pamflet dat Hans Claus rondom de zes stellingen heeft gecomponeerd niet lukraak uit de lucht zijn komen vallen en vooral ook geen geïsoleerde hersenspinsels zijn van naïeve wereldverbeteraars die plots het licht hebben gezien. Maar wat ik hier vooral met deze ‘toevallige’ voorbeelden wil illustreren is dat de ideeën die door Hans Claus in deze publicatie zo eloquent werden ‘aangekleed’ tot ze een meeslepend verhaal worden, wel degelijk door vele mensen, denkers, doeners, auteurs, groepen, actievoerders, organisaties, dromers wellicht ook, gedeeld worden – alleen, diegenen die ze delen wonen al te vaak op kleine eilandjes die, al te vaak, nauwelijks met elkaar in verbinding staan en al helemaal niet met een vasteland waarbinnen de lijnen van contact en communicatie en wederzijdse beïnvloeding en bestuiving een stuk korter en efficiënter zouden zijn. Kortom, de A van TINA heeft wel degelijk bestaansrecht én bestaat ook daadwerkelijk, maar ze kan best een verbindend duwtje in de rug gebruiken.

En precies dat is een goede reden voor een organisatie als het Humanistisch Verbond om dit initiatief op bescheiden wijze mee te ondersteunen, extra zichtbaarheid te geven door middel van de publicatie van dit boekje, maar ook ons netwerk (in casu onze afdelingen) en onze communicatiemiddelen ter beschikking te stellen van de Verklaring en haar ondertekenaars. Concreet kan dat bv. door een lezingenaanbod (fysiek en online), door het organiseren van gesprekken, door het publiceren van artikels en blogteksten, door het maken van podcasts of videofilmpjes enz. Dit betekent voor alle duidelijkheid niet dat de Verklaring de nieuwe ‘missie’ of ideologie wordt van het Humanistisch Verbond: heel wat leden zullen het zeker niet met alle stellingen eens zijn (ik heb ook hier en daar mijn reserves, daar kom ik zo meteen even op terug) en zoals u misschien bekend is zijn vrijzinnig humanisten wellicht nog eigenzinniger dan rabbijnse schriftgeleerden in hun eindeloze interpretaties van Thora en Talmoed: zet er twee bij elkaar en je krijgt vier meningen. Dat is nu eenmaal vrij onderzoek en kritisch denken in de praktijk. Belangrijk is hier vooral dat de Verklaring het vertrekpunt kan zijn van een maatschappelijk debat dat al te vanzelfsprekende paradigma’s in vraag stelt, paradigma’s die geleid hebben tot de uitwassen die hier vandaag ter discussie staan. Bovendien sluit de Verklaring best wel aan bij belangrijke elementen uit de (recente aangepaste) missie van de vereniging, getuige het volgende fragment (ik citeer): ‘Vanuit de Verlichtingswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit willen we een tolerante, democratische, duurzame en verbindende samenleving versterken en helpen realiseren. Daarbij streven we naar een goed en zinvol leven waarin iedereen zich vrij kan ontplooien’. Dat komt aardig in de buurt van opzet en teneur van het stellingenpakket lijkt me zo. 3

Anderzijds – er is altijd een anderzijds (dat is geen privilege van de CD&V) – zijn er ook wel mogelijke fricties, vraagtekens, divergenties. Dat er grenzen zijn (of moeten worden gesteld) aan ongebreidelde groei en blinde ‘vooruitgang’ weten we al langer dan vandaag (het rapport van de Club van Rome viert bijna zijn vijftigste verjaardag, sommige dingen sijpelen maar traag door). Maar we hoeven geen voluntaristische vooruitgangsoptimist à la Steven Pinker te zijn om ter erkennen dat groei en vooruitgang ons ook hebben voortgestuwd naar een samenleving waarin het beter, veiliger, gezonder, comfortabeler en aangenamer leven is dan ooit tevoren in de geschiedenis van de mensheid. Ik denk dat niemand hier aanwezig straks naar huis wil gaan en terechtkomen in woon-, leef- en werkomstandigheden van bv. 100 jaar geleden (om over een verder verleden maar te zwijgen). Ons model van welvaart en welzijn kan niet zomaar op de schop zonder dat daar een volwaardig en liefst mondiaal geïmplementeerd alternatief tegenover staat. Als, om een karikaturaal voorbeeld te geven, iedereen zich van vandaag op morgen zou bekeren tot de ongetwijfeld goedbedoelde low impact religie van een Steven Vromman, leven we over tien jaar met z’n allen terug in holen en kunnen we een kruis maken over onze beschaving. En als je niet behoedzaam omspringt met (terechte) kritiek op groei, productiviteit en vooruitgang, beland je al snel in een soort onbestemd utopisch/revolutionair vaarwater en de geschiedenis heeft ons vrees ik inmiddels wel geleerd waartoe utopieën en revoluties ons meestal indien niet altijd leiden. De (evenzeer terechte) kritiek op de ontsporingen van het liberalisme (die ‘vampierenideologie’ waarover Rik Pinxten het hierboven had) hoeft liefst ook niet om te slaan in ongenuanceerde kritiek op liberale Verlichtingswaarden die de bedding vormden voor een evolutie naar de laatmoderne ‘ontwikkelde’ samenleving waarin wij (of ten minste velen van ons) – dat moeten we ook durven toegeven – een betrekkelijk aangenaam en comfortabel leven zijn. ‘Er zijn [zo schrijft Bas Heijne in zijn recente essay Mens/Onmens] meer dan genoeg mensen die die liberale waarden (…) niet op de vuilnisbelt van de geschiedenis willen zien belanden, omdat ze hun levens en die van hun naasten wel degelijk sterk verbeterd hebben. Geloof in het nut van politieke strijd, geloof in gelijkwaardigheid van alle mensen, geloof in vooruitgang en een voortdurend alert zijn op de autoritaire trekjes in de mens: de geloofsartikelen van het liberalisme lijken me noodzakelijker dan ooit’.

Maar dit neemt allemaal niet weg dat de collateral damage van onze huidige ‘matrix’ veel en veel te groot is (waar bv. mensen als Steven Pinker of Hans Rosling veel te weinig oog voor hebben), collateral damage die trouwens nog veel groter zal worden als we niet hoogdringend iets of liefst vanalles gaan ondernemen. De kracht van de Verklaring schuilt onder meer in de totaalbenadering van de paradigmashift: de stellingen hebben betrekking op zowat alle domeinen van het menselijke denken, arbeiden, werken en handelen (om het even met Hannah Arendt te zeggen). Maar het zal er vooral op aankomen om die stellingen te gaan concretiseren en met heldere wetenschappelijk ondersteunde inzichten en haalbare doelstellingen de burger duidelijk te maken wat er op het spel 4

staat en op welke manier de inderdaad noodzakelijke transitie kan worden gerealiseerd. ‘Vecht [zo zei de betreurde Supreme Court Judge Ruth Bader Ginsburg oftewel RBG], vecht voor de zaken waar je in gelooft, maar doe het op een manier die anderen ertoe zal brengen met je mee te werken.’

Beste vrienden, op ons allen komt het aan. Ik dank Hans Claus voor het vertrouwen om van zijn mooie essay ook dit mooie & handzame boekje te maken. Gezien mijn huiver voor rüchsichtlose en vooral heilloze revoluties zal ik iedere vergelijking met een notoir rood boekje uit de weg gaan, maar met deze vormgeving heeft u geen enkel excuus om het vanaf vandaag niet permanent in uw binnen- of broekzak te hebben, tot permanente lering en vermaak van uzelf en uw medemens. En als toemaatje vermeld ik ten slotte nog dat het binnenkort helemaal gratis beschikbaar is als volwaardig e-book en dus ongelimiteerd via digitale weg kan worden verspreid. En daarmee is die revolutie toch nog begonnen …

Ik dank u voor uw aandacht.

Gert De Nutte